AOM-261, Lijn 12, Sloterdijk, 1913
Foto: verzameling René van Lier

Home > Tram > Paardentram > Serie > Serie 37(256-261)

Amsterdamsche Omnibus Maatschappij - Serie 256-261
Serie:
256-261
Type: kleine open paardentramrijtuig
Bouwjaar: 1897
Fabrikant wagenbak:
Amsterdamsche Omnibus Maatschappij, Amsterdam
Lengte :
5190 mm(wagenbak met balkons)
Lengte :
3790 mm(wagenbak zonder balkons)
Lengte :
700 mm(balkons)
Breedte:

Breedte:

Hoogte:

Radstand:
1600 mm
Wieldiameter:

Gewicht :

Aanschafprijs :

Passagiersindeling :
20-6







De paardenartsen Mazure en Goethals hadden de AOM er toe gebracht om alle niet verbouwde standaard open paardentrambijwagens, die nu eenmaal meer passagiers konden vervoeren dan de standaard dichte wagens door twee paarden te laten trekken. Dit was reden voor de AOM om te trachten een open wagen in dienst te brengen die echt door één paard zou kunnen worden getrokken. Als proef verschenen toen twee wagens, de 212 en 213, van een eigen ontwerp op de straat. Het werd een succes, wellicht mede omdat het publiek zeer ingenomen was met de omklapbare rugleuningen, waardoor meer vóóruit kon worden gereisd. De wagens waren bij aflevering voorzien van hoger geplaatste luifels en regenlijsten. De remblokken zaten aan de binnenkant van de wielen. In navolging op deze wagens werden meerdere series gebouwd waaronder deze vrijwel gelijke serie 256-261.

Deze wagens waren bij aflevering in de nieuwe kleurstelling blauw met bruine panelen. De maatschappijnaam werd voluit op het onderpaneel gezet, eerst met grote letters over de gehele lengte en vervolgens met kleinere letters op drie regels in het midden.
Verder hadden ze langwerpige koersborden opzij op het dak en ronde op de kop van de luifels te plaatsen en voorts stonden er drie kortere borden opzij op het dak en kopborden in per lijn verschillende vorm en kleur.
Van 1888 tot 1894 stonden in plaats van de zijkoersborden reclameborden met de tekst "Van Houten's Cacao de beste - goedkoopste in gebruik"op het dak. Kort na de invoering hiervan kwam er één kort zijkoersbord midden op het bovenpaneel.

Na 1895 werd begonnen met het plaatsen van lichtopeningen met verwisselbare gekleurde glazen voor lijnaanduiding bij avond. Zij kwamen in de bovenpanelen rechts opzij, bij de reeds aanwezige lampen, die licht naar voren en naar achteren gaven door openingen in de kopschotten en tevens het inwendige van de rijtuigen verlichtten. De bel hing aan de rand van de luifel. Dit bleef zo, toen de luifels hoger werden gezet. De wagens uit deze serie werden pas in 1897 geleverd en hadden dit reeds bij de bouw.

In 1900 kwamen de wagens in handen van de Gemeentetram Amsterdam(GTA). Van 1900 af werden op een aantal lijnen geen kopborden meer gebruikt, maar een klapbord dwars midden op het dak.

In 1901 werden de wagen voorzien van grotere balkons, waardoor het aantal staanplaatsen toenam van 6 tot 12 en de indeling dus 20-12 werd.

Bij de Gemeentetram werden al snel een aantal paardentramwagens provisorisch in gebruik genomen als elektrische bijwagen. Deze wagens werden provisorisch als aanhangrijtuig gebruikt, waarbij zij wel van koppelingen werden voorzien, maar bijvoorbeeld nog niet van elektrische verlichting. Deze wagens reden sindsdien afwisselend als bijwagen en als paardentram in de dienst. Een definitieve wijziging tot elektrische bijwagen vond later plaats. Uit deze serie hebben de 256 en 257 provisorisch elektrische bijwagen dienst gedaan.
In 1904 werden alle bijwagens 256-261 verbouwd tot elektrisch aanhangrijtuig. Hierbij daalde het aantal zitplaatsen van 20 tot 18(indeling werd dus 18-12), doordat twee van de omklapbare dwarsbanken werden vervangen door twee één persoons- en twee tweepersoons bankjes, zodat de conducteur bij het bedienen van de passagiers minder vaak buitenom over de treeplank behoefde te balanceren. De wagens kregen bij de ombouw tot elektrische bijwagen meerdere aanpassingen. Hierbij kregen de wagens elektrische verlichting en elektrische schelgeleidingen. Het ging ook om het aanbrengen van elektrische koppelingen, het vervangen van de kettingen op de balkons door afsluithekjes, het aanbrengen van nieuwe treeplanken, het aanbrengen van betaalkleppen in plaats van schuifjes voor het bedienen van de reizigers op het voorbalkon vanuit het middengedeelte van de wagens.

De komst van nieuwe open bijwagens in 1912/1913 maakte de serie overbodig en tussen 1914 en 1916 werden de wagens gesloopt of verkocht.

De paardentramlijn Amsterdam - Sloterdijk, die sinds eind 1905 in handen van de Gemeente Amsterdam was gekomen en daarmee werd toegevoegd aan het tramnet van de Gemeentetram Amsterdam reed in de eerste jaren van haar GTA-bestaan met eigen dicht en open paardentrammaterieel uit de voormalige AOM-vloot en werd sindsien geëxploiteerd vanuit de remise Brouwersgracht. Hiertoe behoorde ook paardentrambijwagen 261, die in 1906 uit de elektrische dienst werd teruggehaald en weer als paardentrambijwagen ging dienst doen op deze tot lijn 12 vernummerde tramlijn. Op 9 maart 1906 werd de lijn doorgetrokken naar het Haarlemmerplein. Op 1 december 1906 werd de lijn echter weer teruggetrokken tot het Nassauplein, omdat men vond dat paardentramlijn 12 en elektrische tramlijn 5 elkaar toch wel hinderden. Men was voornemens om de lijn uiteindelijk te vervangen door een autobuslijn, maar dit resulteerde in een fiasco, zodat men rond 1913 toch besloot over te gaan tot elektrificatie van de lijn. Maar door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bleek dit voorlopig niet mogelijk. De oude paardentrams die nu dienst deden vertoonden langzamerhand wel zoveel gebreken dat men een aantal betere exemplaren aan het stadsnet, waar ze als bijwagen van de elektrische tram hadden dienst gedaan, onttrok om aldus de dienst naar Sloterdijk te kunnen blijven exploiteren. Tot deze oude vloot behoorde ook de 261, die in 1914 buiten dienst gesteld werd en aansluitend werd gesloopt.

In december 1916 werden de 258 en de 239, 243, 245, 249(uit een andere serie) verkocht aan de EPU. Bij deze Buffet-Maatschappij "E Pluribus UNUM", die ook op normaalspoor 1435 mm een paardentramdienst onderhield op de lijn Beverwijk - Wijk aan Zee, kwamen de wagens in dienst met hun AOM/GTA-wagenparknummers. Op 8 juni 1924 werd de tramexploitatie beëindigd en namen twee busondernemers, de firma's Huyer en Waterdrinker, het vervoer naar Wijk aan Zee over. De tram was per 1 mei 1924 vanuit Wijk aan Zee al ingekort tot de stadsgrens van Beverwijk, waarmee de tram zijn vervoersfunctie al verloor en een absoluut einde slechts een kwestie van tijd was. Aansluitend werd het materieel afgevoerd.

In 1915 en 1916 werden de resterende vier wagens, de 256, 257, 259 en 260, gesloopt.

In hun hele loopbaan hebben de wagens 256-261 slechts op een beperkt aantal paardentramlijnen dienst gedaan,tw.:
De eerste inzet van deze wagens is nochtans onbekend. In de zomer van 1900 waren de zes wagens verdeeld over twee paardentramlijnen. De 256 en 257 reden bij mooi weer als vervangers van de vaste wagens 129 en 130 op dienstwagen 8 en 9 van lijn DB (Dam - Eerste Constantijn Huygensstraat, die werd gereden vanuit de remise Potgieterstraat). De 258-261 vervingen bij mooi weer de wagens 107, 108, 110 en 111 op dienstwagen 5, 6, 8 en 9 op lijn LPI (Leidscheplein - Plantage Kerklaan(Plantage Middenlaan), gereden vanuit de remise Stadhouderskade).

 

        Voorzien van        Verbouwd tot
        Provisorisch
        Verbouwd tot Laatste inzet
Wagennr.   Aflevering    In Dienst Op Lijn     verlengd balkon elektrische bijwagen elektrische bijwagen   Buiten Dienst         op lijn    Afvoer op Afvoer naar
    256         -     -1897         -06-1897                       -     -1901                -06-1902                -     -1904          -     -1916                       -     -1916 gesloopt
    257         -     -1897         -06-1897                       -     -1901                -06-1902                -     -1904          -     -1915                       -     -1915 gesloopt
    258         -     -1897         -06-1897                       -     -1901                  ---                -     -1904          -     -1916                       -12-1916 Buffet-Maatschappij "E Pluribus Unum", Amsterdam
    259         -     -1897         -07-1897                       -     -1901                  ---                -     -1904          -     -1915                       -     -1915 gesloopt
    260         -     -1897         -07-1897                       -     -1901                  ---                -     -1904          -     -1915                       -     -1915 gesloopt
    261         -     -1897         -07-1897                       -     -1901                  ---                -     -1904          -     -1914             12          -     -1914 gesloopt









                 






Traminfo.nl © 2003-2016 | Contact  | Colofon | Disclaimer | Links