tekening AOM 75-78
Foto: verzameling René van Lier

Home > Tram > Paardentram > Serie > Serie 13 (75-78)

Amsterdamsche Omnibus Maatschappij - Serie 75-78
Serie:
75-78
Type: Kleine gesloten paardentramrijtuig
Bouwjaar: 1882
Fabrikant wagenbak: Beijnes
Lengte :
4730 mm(wagenbak met balkons)
Lengte :
2900 mm(wagenbak zonder balkons)
Lengte :
915 mm(balkons)
Breedte:
2030 mm
Breedte:
2000 mm(over de hoekstijlen)
Hoogte:
Radstand:
1860 mm
Wieldiameter:

Gewicht :

Aanschafprijs :

Passagiersindeling :
12-12























Volgens een overeenkomst uit februari 1882 zou Beijnes uiterlijk in augustus twaalf kleine gesloten rijtuigen leveren met 12 plaatsen binnen en 6 op elk balkon.
In plaats van twaalf blijken er slechts vier van deze rijtuigen te zijn geleverd, de 75-78, die bij hun indienststelling een blauwe kleur hadden. De remblokken zaten aan de binnenkant van de wielen.

In de periode 1880-1883 waren de rijtuigen voor iedere lijn in specifieke kleuren geschilderd: bruin/geel, bruin, blauw, geel, groen/zwart, grijs, groen, rood.
De wagens waren bij aflevering geheel blauw uitgevoerd.
Vanaf 1883 af werden de rijtuigen blauw met bruine panelen. De maatschappijnaam werd voluit op het onderpaneel gezet, eerst met grote letters over de gehele lengte en vervolgens met kleinere letters op drie regels in het midden.
Voor 1880 was men al begonnen langwerpige koersborden opzij op het dak en ronde op de kop van de luifels te plaatsen. In 1883 kwamen er drie kortere borden opzij op het dak en kopborden in per lijn verschillende vorm en kleur.
Van 1888 tot 1894 stonden in plaats van de zijkoersborden reclameborden met de tekst "Van Houten's Cacao de beste - goedkoopste in gebruik"op het dak. Kort na de invoering hiervan kwam er één kort zijkoersbord midden op het bovenpaneel.

Rond 1893 werd de plaatsindeling wederom gewijzigd naar 14-11, waarbij het voorbalkon 5 i.p.v. 6 staanplaatsen werd.

Omstreeks 1895 werden de luifels(van het Beijnes-model) hoger geplaatst, de kopraampjes bij het dak verwijderd en lijnkleurlichten opzij gemonteerd. De stangen tussen de balkonschermen en de luifels zullen bij deze gelegenheid zijn verwijderd, als dit niet reeds eerder was gebeurd. Tevens werden regenlijsten bovenaan de bak gemaakt en hierboven een rond de bak en de luifels doorlopende lijst aangebracht. Iets later werd begonnen met het plaatsen van lichtopeningen met verwisselbare gekleurde glazen voor lijnaanduiding bij avond. Zij kwamen in de bovenpanelen rechts opzij, bij de reeds aanwezige lampen, die licht naar voren en naar achteren gaven door openingen in de kopschotten en tevens het inwendige van de rijtuigen verlichtten. De bel hing aan de rand van de luifel. Dit bleef zo, toen de luifels hoger werden gezet.

In 1900 kwamen de wagens in handen van de Gemeentetram Amsterdam(GTA).
Van 1900 af werden op een aantal lijnen geen kopborden meer gebruikt, maar een klapbord dwars midden op het dak.

Bij de Gemeentetram waren de wagen te klein om gebruikt te gaan worden achter de elektrische motorwagens als elektrische bijwagen en deden dus nog enkele jaren alleen als paardentrambijwagen dienst.

In 1903 werden de 75-77 verkocht aan de MtT. Bij deze Maastrichtsche Tram, die haar trambedrijf exploiteerde met gasmotortrams tussen 1896 en 1902 werd de tramdienst als paardentramlijn in 1903, waartoe het bedrijf 6 rijtuigen kocht. 3 rijtuigen, de 1-3, waren de genoemde AOM-rijtuigen 75-77 en 3 rijtuigen betroffen open rijtuigen, die betrokken waren bij de Tramways Bruxellois en in Maastricht de nummers 11-13 kregen.
Bij de paardentramdienst schijnen als waarschuwingssignaal geen bellen, maar fluiten te zijn gebruikt. De paardentramrijtuigen droegen kopborden "Maastrichtsche Tram. Langs de dakranden hebben, waarschijnlijk niet van het begin af, reclameborden gestaan. Per 15 augustus 1914 moest de tramdienst worden gestaakt doordat de Sint-Servaasbrug over de Maas een militaire vesperring kreeg. De paarden en gebouwen werden in 1914 verkocht. Waarschijnlijk zijn de paardentramrijtuigen dus ook in 1914 verkocht. De rails werd opgebroken na de verwijdering van de versperring op de Maasbrug in 1918.

Rijtuig 78 werd in 1906 aan de GTO verkocht, kreeg daar het nummer 2 en deed er op 1067mm-spoor dienst. Deze Gemeentetram Oudewater, die de lijn Oudewater - Station Papekop exploiteerde, startte haar dienst op 7 augustus 1906 met 3 van de AOM overgenomen paardentramrijtuigen, waarbij rijtuig 1 en 3 de grotere gesloten voormalige AOM-wagens 136 en 147 betroffen. Vanaf 1924 werd ook autotractie toegepast. De lijn werd in maart 1931 opgeheven. De rijtuigen hadden de bel aan de luifel. Omstreeks 1910 stonden er borden "Van Houten's Cacao De Beste" langs de dakranden. Soms werd met twee gekoppelde rijtuigen gereden, waarbij rijtuig 2 voornamelijk gebruikt werd om bij drukte achter rijtuig 1 of 3 te worden gehangen en op deze wijze ontstond dan een extra lange dienstwagen met meer capaciteit. De rijtuigen werden doorverkocht als kippenschuurtje en rekten in die hoedanigheid nog enige tijd hun leven.

In hun hele loopbaan hebben de wagens 71-74 slechts op een beperkt aantal paardentramlijnen dienst gedaan:
Op het korte lijntje DPC (Leidsche Plein - P.C. Hooftstraat), geëxploiteerd vanuit de remise Stadhouderskade, begonnen de kleine wagens 75-78 met hun diensten. Nadat de lijn op 11 mei 1883 verlengd was naar de Dam kreeg deze het massale vervoer naar de wereldtentoonstelling te verwerken en verhuisden de kleine wagens naar lijn DV.
Van 11 mei tot 16 juni 1883 kreeg de lijn DV (Dam - Vondelstraat), die gereden werd vanuit de remise Stadhouderskade, ten gevolge van de rolverwisseling met de lijn DPC de kleine wagens 75-78 van die lijn toebedeeld.
Bij haar indienststelling op 16-10-1883 kreeg de nieuwe lijn LH (Leidsche Plein - Marnixstraat (Brouwersgracht), die ook vanuit de remise Stadhouderskade werd gereden klein materieel toebedeeld in de vorm van deze reeks 75-78 en de wagens 128-133. Na de verlenging naar het Haarlemmerplein op 6 oktober 1892 maakten de kleine wagens plaats voor standaardmaterieel. In 1886 waren de wagens 75-78 resp. de vaste dienstwagens 8, 7, 6 en 5, waarbij de 76 bij mooi weer werd vervangen door open bijwagen 159.
Op lijn CW (Centraal Station - Weesperzijde), geëxploiteerd vanuit de remise Schollebrug, kwamen in 1892 de paardentramwagens 122-133 en de 75-78 in dienst. In de zomer van 1893 waren de wagens 75-78 de vaste reservewagens voor lijn CW. Reservewagens werden ingezet als de vaste dienstwagens defect waren en gingen na reparatie van de vaste wagen weer op reserve.
Op lijn DB (Dam - De Clercqstraat), die vanuit de remise Stadhouderskade werd gereden, bleek het aanvankelijk dienstdoende materieel, de 214-219, teveel van het goede, zodat in juni 1897 hier kleiner materieel ging dienst doen, waaronder ook de wagens 75-78. In april/mei 1900 werden deze wagens afgelost door de 129-133.
Sinds april 1900 werden de 75-78 ingezet op de lijn KCz (Kadijksplein - Czaar Peterstraat), die vanuit de remise Tweede Leeghwaterstraat werd gereden. In de zomer van 1900 waren de wagens de vaste dienstwagens 1-4 van deze lijn. Sinds april 1902 werden de wagen 75-78 op reserve gezet en nog slechts sporadisch ingezet en aansluitend dus verkocht.

Laatste inzet
Wagennr.   Aflevering    In Dienst Op Lijn Buiten Dienst         op lijn    Afvoer op Afvoer naar
      75         -    -1882         -    -1882       DPC          -     -1902             KCz          -     -1903 Maastrichtsche Tram, Maastricht (nr. 1)
      76         -    -1882         -    -1882       DPC          -     -1902             KCz          -     -1903 Maastrichtsche Tram, Maastricht (nr. 2)
      77         -    -1882         -    -1882       DPC          -     -1902             KCz          -     -1903 Maastrichtsche Tram, Maastricht (nr. 3)
      78         -    -1882         -    -1882       DPC          -     -1902             KCz          -     -1906 Gemeentetram Oudewater (nr. 2)









                 






Traminfo.nl © 2003-2015 | Contact  | Colofon | Disclaimer | Links