AOM 43, Prins Hendrikkade, voor 1892
Foto: verzameling René van Lier

Home > Tram > Paardentram > Serie > Serie 7 (43-47)

Amsterdamsche Omnibus Maatschappij - Serie 43-47
Serie:
43-47
Type: Gesloten Paardentramrijtuig
Bouwjaar: 1879
Fabrikant wagenbak: Beijnes
Lengte :
5750 mm(wagenbak met balkons)
Lengte :
3690 mm(wagenbak zonder balkons)
Lengte :
1030 mm(balkons)
Breedte:
2010 mm
Hoogte:

Radstand:
1550 mm
Wieldiameter:

Gewicht :

Aanschafprijs :

Passagiersindeling :
16-12








In 1879 kreeg Beijnes wederom de opdracht om weer een serie dichte wagens te leveren. Deze wagens waren nog gelijk aan de eerder geleverde dichte wagens. Vermoedelijk waren bij deze serie de remblokken gelijk aan de binnenkant geplaatst.

De gewone dichte wagens hadden aanvankelijk 16 zitplaatsen, maar in november 1880 besloot men om gedurende het winterseizoen, van 1 oktober tot 1 mei, als de reizigers dikkere kledij droegen, dit aantal op 14 te brengen. Over het bordje dat melding maakte van de 16 zitplaatsen werd een bordje gehangen dat melding van dat winters gebeuren maakte. Later werd het aantal zitplaatsen bij deze serie definitief op 14 gebracht en aantal staanplaatsen bleef 10, hetgeen verdeeld was in 5 staanplaatsen per balkon. Rond 1893 werd de plaatsindeling wederom gewijzigd naar 14-11, waarbij het voorbalkon 5 i.p.v. 6 staanplaatsen werd.

In de periode 1880-1883 waren de rijtuigen voor iedere lijn in specifieke kleuren geschilderd: bruin/geel, bruin, blauw, geel, groen/zwart, grijs, groen, rood.
Voor zover deze kleuren bekend zijn, worden zij bij de afzonderlijke serie genoemd. De wagens 50-59 waren crème. Welke kleuren de overige wagens hadden, weten wij niet.
Vanaf 1883 af werden de rijtuigen blauw met bruine panelen. De maatschappijnaam werd voluit op het onderpaneel gezet, eerst met grote letters over de gehele lengte en vervolgens met kleinere letters op drie regels in het midden.
Voor 1880 was men al begonnen langwerpige koersborden opzij op het dak en ronde op de kop van de luifels te plaatsen. In 1883 kwamen er drie kortere borden opzij op het dak en kopborden in per lijn verschillende vorm en kleur.
Van 1888 tot 1894 stonden in plaats van de zijkoersborden reclameborden met de tekst "Van Houten's Cacao de beste - goedkoopste in gebruik"op het dak. Kort na de invoering hiervan kwam er één kort zijkoersbord midden op het bovenpaneel.

Omstreeks 1895 werden de luifels(van het Beijnes-model) hoger geplaatst, de kopraampjes bij het dak verwijderd en lijnkleurlichten opzij gemonteerd. De stangen tussen de balkonschermen en de luifels zullen bij deze gelegenheid zijn verwijderd, als dit niet reeds eerder was gebeurd. Tevens werden regenlijsten bovenaan de bak gemaakt en hierboven een rond de bak en de luifels doorlopende lijst aangebracht. Iets later werd begonnen met het plaatsen van lichtopeningen met verwisselbare gekleurde glazen voor lijnaanduiding bij avond. Zij kwamen in de bovenpanelen rechts opzij, bij de reeds aanwezige lampen, die licht naar voren en naar achteren gaven door openingen in de kopschotten en tevens het inwendige van de rijtuigen verlichtten. De bel hing aan de rand van de luifel. Dit bleef zo, toen de luifels hoger werden gezet.

In 1900 kwamen de wagens in handen van de Gemeentetram Amsterdam(GTA). Bij de GTA werd andermaal de plaatsindeling gewijzigd in 14-10, waarbij nu op beide balkons 5 staanplaatsen werden toegestaan.
Van 1900 af werden op een aantal lijnen geen kopborden meer gebruikt, maar een klapbord dwars midden op het dak.

Bij de Gemeentetram werden de paardentramwagens 43 en 47 provisorisch in gebruik genomen als elektrische bijwagen. Deze wagens werden provisorisch als aanhangrijtuig gebruikt, waarbij zij wel van koppelingen werden voorzien, maar bijvoorbeeld nog niet van elektrische verlichting. De wagens 44, 45 en 46 bleven voorlopig nog als paardentramwagen beschikbaar, waarbij de 44 uiteindelijk in 1906 werd gesloopt en de 45 was één van de wagens die, na de overname door de gemeente en in beheer afgegeven bij de Gemeentetram Amsterdam van de paardentramlijn Amsterdam - Sloterdijk. vanaf 1906 werd ingezet als paardentram op deze lijn tot 1910. Vanaf 1910 behielp men zich op deze paardentramlijn met provisorische elektrische bijwagens uit de remise Brouwersgracht als aanvulling op het bestaande materieel van die lijn.

In 1909 resp. 1910 werden ook de 46 en 45 in gebruik genomen als provisorisch elektrische bijwagen voor de dienst achter de elektrische tramwagens.

Inmiddels had men in 1907 en 1909 de 43 en 47 resp. 46 volledig aangepast voor de dienst achter de elektrische motorwagens. Deze aanpassingen hebben voor het merendeel plaatsgevonden in de werkplaatsen van de Gemeentetram, enkele grondigere veranderingen waren uitbesteed aan Werkspoor in de toenmalige fabriek op Oostenburg.
De veranderingen betroffen voor een deel zaken die samenhingen met het feit dat men nu met een elektrisch trambedrijf te maken had; te noemen zijn het aanbrengen van elektrische verlichting en elektrische schelgeleidingen. Het ging ook om het aanbrengen van elektrische koppelingen, het vervangen van de kettingen op de balkons door afsluithekjes, het aanbrengen van nieuwe treeplanken, het aanbrengen van betaalkleppen in plaats van schuifjes voor het bedienen van de reizigers op het voorbalkon vanuit het middengedeelte van de wagens. In 1914 werden ook een luchtfluit geplaatst vanwege het invoeren van fluitsignalen ter waarschuwing van de conducteur in de motorwagen die deze weer doorgaf aan de bestuurder van de motorwagen. Die fluitsignalen waren zelfs tweetonig in verband met het rijden met twee bijwagens, elk met zijn eigen toon, de tweede met de laagste. De bijwagens kregen tevens een solenoïderem. Het elektrisch remmen was in die dagen van rustig verkeer nog een uitzondering. Als een bestuurder daartoe overging, moest hij dat speciaal in zijn dagrapport zetten. Bij de andere wagens, die dienst deden achter de elektrische motorwagens betrof het een provisorische dienst als elektrische bijwagen en werden de belangrijkste wijzigingen meer summier doorgevoerd.
In 1907 kreeg de 47 ventilatiekleppen boven de zijruiten aangebracht, maar een gehele ombouw tot elektrische bijwagen bleef bij deze wagen achterwege.

In 1910 werd rijtuig 45 ook omgebouwd tot volledige elektrische aanhangwagen. Hierbij werd tevens de wagen verlengd en kreeg de wagen tevens smeedijzeren wielen i.p.v. stalen. Daarbij steeg het passagiersaandeel naar 20-18(verdeeld in 9+20+9). Ze werd hierbij genummerd in een reeks van open plaatsen in het systeem en kreeg daarbij het nummer 207.

In 1912 werd een nieuw nummerschema door de GTA geïntroduceerd voor de elektrische paardentrambijwagens,tw.:
    -  De wagens voorzien van zakkende schuiframen zouden, op volgorde, worden vernummerd in de reeks 563-605.
    -  Een tweede serie betrof het zestal wagens, die van dwarsbanken en uitneembare zijruiten waren voorzien en de nummers 606-611 zouden krijgen.
    -  Een derde groep vormden de acht wagens die van ventilatiekleppen boven de zijruiten waren voorzien en vermoedelijk de nummers 612-619 zouden krijgen toebedeeld.
    -  Tot een vierde groep behoorden de niet van schuiframen of ventilatiekleppen voorziene wagens, waarvan onbekend is welke serienummers deze zouden krijgen.
    -  De vijfde en laatste groep bestond uit de paardentrams die nog op de lijn naar Sloterdijk dienst deden.
Voor deze serie, de 43-47, betekende dit het volgende: de 43 en 46 behoorden tot groep 5, de 47 tot groep 3 en zou dus wagen 613 moeten worden en de 45 behoorde tot een groep elektrische bijwagens hier niet genoemd en tenslotte de 44 deed in dit verhaal al niet meer mee, omdat deze reeds in 1906 gesloopt was.
Uiteindelijk is dit plan maar ten dele uitgevoerd. De 43 en 46 werden uiteindelijk in 1914 gesloopt en de 47 werd in 1916 verkocht.
Inmiddels werd vrij vlot na het vorige vernummeringsplan een nieuw vernummeringsplan gelanceerd, waarbij de groep verlengde elektrische bijwagens in de reeks 521-549 zouden worden vernummerd. Wagen 45, die inmiddels sinds zijn verlenging in 1910 als wagen 207 rondreed werd daarbij tussen mei 1914 en augustus 1917 vernummerd in de 549. Voor het verdere verloop bij deze wagen verwijzen wij u naar het serieblad 51(serie 501-562).

In 1916 werd rijtuig 47 verkocht aan de Gemeentetram Utrecht voor de dienst achter de elektrische motorwagens op het stadsnet van Utrecht. De wagen ging samen met 3 andere voormalige Amsterdamse paardentrambijwagens dienst doen als bijwagen om het extra vervoer naar de Jaarbeurs op te vangen. Voor het zelfde doel werden in 1918 nogmaals twaalf bijwagens verkocht aan de GTU. De 47 werd bij de GTU vernummerd in 102. De wagen werd in 1927-1928 afgevoerd.

In hun hele loopbaan hebben de paardentramwagens 43-47 slechts op een beperkt aantal paardentramlijnen dienst gedaan:
De dienst met de wagens begon op de op 01-08-1879 nieuw ingestelde paardentramlijn DPH (Dam - Prins Hendrikkade), die werd geëxploiteerd vanuit de remise Droogbak. In 1880 vormden de wagens 43-47, tezamen met de 48, de vaste dienstwagens 1 t/m 6 op deze lijn.
In 1883 hebben voor een korte periode de nieuwe 122-126 op lijn DPH gereden, waarbij de reeks 43-47 werd ingezet op andere lijnen, maar na een korte periode keerde de oorspronkelijke serie 43-47 weer terug op lijn DPH.
In 1886 waren de 43-47 de vaste wagens op de dienstwagens 2 t/m 6 op lijn DPH.
Sedert 1892 zijn ze vervangen door de nieuwe wagens 200-205. De wagens nu verdeeld over 2 lijnen. In 1893 reden de 43 en 44 als reservewagens op lijn DPH (Dam - Prins Hendrikkade), die gestald stond in de remise Droogbak(vanaf 1894: remise Prins Hendrikkade), terwijl de 45, 46 en 47 resp. dienstwagen 3, 2 en 5 van lijn LO extra was. Lijn LO, Leidsche Plein - Amstelveenscheweg, gestald in de remise Amstelveenscheweg, reed een 6 minutendienst met 6 dienstwagens en werd
's winters uitgebreid met veel extra materieel. Gezien het enkelspoor op een gedeelte van de Overtoom zal men wel niet om de 3 minuten hebben gereden, maar om de 6 minuten met steeds volgtrams, waarop dus die 45-47 waren ingedeeld. Bij mooi weer werd de 46 vervangen door open wagen 80.
In de zomer van 1900 was de situatie inmiddels als volgt: de 43 was dienstwagen 5 op lijn DH, de 44 was reservewagen voor lijn DV, de 45 reservewagen voor lijn DH en de 46 en 47 reservewagens voor LH.
Lijn DH stond gestald in de remise Brouwersgracht en reed op de verbinding Dam - Haarlemmerplein.
Lijn DV reed vanaf de Dam naar de Verlengde Vondelstraat en remiseerde aan de Stadhouderskade.
Lijn LH stond ook in de remise brouwersgracht en deed de verbinding tussen Leidsche Plein en Haarlemmerplein en zou in augustus 1900 als eerste lijn worden geëlektrificeerd.
Rond 1905 waren de 43 en 47 inmiddels in gebruik genomen als aanhangwagen, vooralsnog provisorisch, achter de elektrische dienst, terwijl de andere 3 nog als paardentramrijtuig beschikbaar waren.
In 1906 werd de 44 gesloopt en ging de 45 rijden op de ingelijfde paardentramlijn naar Sloterdijk.
In de periode tot 1910 werden alle vier de resterende wagens uiteindelijk ingezet in de elektrische dienst.

        Provisorisch         Verbouwd tot     Voorzien van Laatste inzet
Wagennr.   Aflevering    In Dienst Op Lijn elektrische bijwagen elektrische bijwagen verlengd balkon Buiten Dienst         op lijn    Afvoer op Afvoer naar
      43         -    -1879     01-08-1879       DPH                   -     -1905                  -     -1907                ---          -    -1914                 -     -1914 gesloopt
      44         -    -1879     01-08-1879       DPH                    ---                    ---                ---          -    -1904                 -     -1906 gesloopt
      45         -    -1879     01-08-1879       DPH                   -     -1910                  -     -1910              -     -1910          -    -191.                 -05-1914 <- ... -> -08-1917     "Vernummerd tot GTA-aanhangrijtuig 549" (wagen reed reeds sinds 1910 met het parknummer 207)
      46         -    -1879     01-08-1879       DPH                  -06-1909                  -     -1909                ---          -    -1914                 -     -1914 gesloopt
      47         -    -1879     01-08-1879       DPH                   -03-1905                  -     -1907                ---          -    -191.                 -05-1916 Gemeente Tram Utrecht(nr. 102)









                 






Traminfo.nl © 2003-2015 | Contact  | Colofon | Disclaimer | Links